category_news

‘We moeten leren samenleven met de wolf’

Gepubliceerd op
6 oktober 2021

De wolf is terug in Nederland. Het dier heeft de afgelopen jaren Nederland als doortrekplaats ontdekt en een aantal dieren heeft besloten om zich hier te vestigen. ‘Het is een unieke situatie’, zo vertelt onderzoeker Hugh Jansman. ‘Nooit eerder vestigde de wolf zich in een land met zo’n hoge mens- en veedichtheid.’ In een rapport dat op 6 oktober verscheen staan alle feiten beschreven.

150 jaar lang waren er geen wolven in ons land aanwezig, de afgelopen zes jaar zijn er 34 verschillende wolven waargenomen en een vijftal heeft zich hier gevestigd. Een aantal dat de komende jaren verder zal groeien, is de verwachting. Met hoeveel en hoe snel is niet te voorspellen. Dit blijkt uit de tweede factfindingstudy van Wageningen Environmental Research (WENR). Deze studie is in opdracht van BIJ12, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Interprovinciaal Overleg uitgevoerd.

‘Wolven horen hier thuis en kunnen prima leven in een land als Nederland, helemaal als we bereid zijn rekening met de natuur te houden’, is de stellige overtuiging van de auteurs. Het huidige beleid is aan herziening toe, de studie geeft zo feitelijk mogelijk antwoord op de vele vragen die van belang zijn voor de herziening van het Interprovinciaal Wolvenplan van de overheid.

Karakter van wolven

‘Wolven zijn zeer intelligente dieren, met allemaal een eigen karakter. In die zin zijn ze vergelijkbaar met de hond die we als huisdier hebben, het zijn individuen. Wat we in het onderzoek heel goed zien is dat de wolf flexibel en leergierig is en zich snel aanpast aan de aanwezigheid van de mens’, vertelt Hugh Jansman, ecoloog bij WENR.

Door deze eigenschappen kan het dier in principe overal voorkomen waar hij overdag veilig kan rusten en waar voldoende voedsel is. Een wolf ziet de mens als potentiële bedreiging en zal een confrontatie uit de weg gaan. Het wordt ingewikkeld als wolven mensen gaan associëren met voedsel, doordat de mens het dier gaat voeren.

Er zitten ook nieuwsgierige exemplaren bij

‘Niet alle wolven zijn schuw, er zitten ook nieuwsgierige exemplaren bij. We kennen het voorbeeld van twee jonge wolven uit een nest op een militaire basis in Duitsland. Waarschijnlijk kregen die wel eens wat eten toegeworpen vanuit een militair voertuig. Deze jonge wolven zijn onderweg gegaan. Een werd in Nederland aangetroffen maar sneuvelde op de weg bij terugkeer in Duitsland. Een roedelgenoot benaderde, op gepaste afstand, auto’s en is uiteindelijk met ontheffing afgeschoten. Dat is onnatuurlijk gedrag, het is van belang dat de wolf wild blijft en niet went aan de mens’, aldus medeauteur en ecoloog Joachim Mergeay van INBO, het Instituut Natuur- en Bosonderzoek te Vlaanderen.

shutterstock_1585654648.jpg

‘Wolven in Nederland en België eten vooral wild, met name ree en everzwijn. De sterke versnippering en verweving van met name natuur en landbouw, en het grootschalige landschapsgebruik door wolven, zorgt echter ook voor een verscherpt conflict tussen mens en wolf. Hoewel veruit de meeste schade aan vee momenteel niet door wolven maar door honden en vossen wordt veroorzaakt, is een goede bescherming van vee tegen wolven essentieel om een duurzame coexistentie mogelijk te maken’.

Als een wolf of hond tegen een stroomdraad aanloopt leert het dier snel genoeg dat ie daar uit de buurt moet blijven. Maar dan moet je dat wel consequent doen, want anders heeft het geen zin’, zo stellen de onderzoekers.

Compensatie

In Nederland is op dit moment een compensatieprogramma voor de schade die de wolf veroorzaakt. Daarnaast zijn er subsidies om preventiemaatregelen te treffen om een aanval te voorkomen. Uit de cijfers blijkt dat het animo om daar gebruik van te maken gering is. ‘Zelfs in hotspots als de Veluwe en Drenthe waar de wolf schade heeft veroorzaakt zie je dat er weinig subsidie wordt aangevraagd. Ik kan me voorstellen dat dit beleid anders wordt in de toekomst’, zegt Jansman.

‘De gemiddelde omvang van een wolventerritorium is 200 km2, dus als een roedel zich ergens vestigt dan weet je waar je maatregelen zou moeten nemen. Niet alles is voorspelbaar en controleerbaar, incidenten met een zwervende wolf zullen voorkomen. Controle bestaat niet in de natuur’. Jansman is ervan overtuigd dat het belangrijk is om op meerdere vlakken te werken aan vergroting van het draagvlak. ‘Ook daarvoor zijn de feiten in het rapport van belang’.

Verschillende populaties

Het rapport schetst een duidelijk beeld van de groeiende wolvenpopulatie in ons land en de herkomst ervan. In de periode 2015-2021 zien de onderzoekers dat de wolven actief zijn op bijna de helft van het  Nederlandse landoppervlak. Er zijn zes globale hotspots te zien: één in Drenthe, twee in  Overijssel, twee in Gelderland en één in Noord-Brabant. Er zijn grofweg vier corridors vastgesteld, plekken waar sprake is van een concentratie van bewegingen. De verwachting is dat er de komende jaren meer wolven Nederland zullen aandoen.

Kaart van wolventerritoriums in Nederland, Duitsland en België.
Kaart van wolventerritoriums in Nederland, Duitsland en België.

Genetisch onderzoek heeft aangetoond dat het grootste deel van de ‘Nederlandse’ wolven uit  Duitsland en omstreken komt. Deze populatie breidt zich naar het Westen en het Zuiden uit en de dieren vestigen zich in Denemarken, Nederland, België, Tsjechië en Oostenrijk. Vier van hen leven inmiddels op de Veluwe. Tegelijkertijd zijn er ook twee wolven waargenomen die afkomstig waren uit de zogenoemde Alpiene wolvenpopulatie (Frankrijk, Zwitserland, Noord Italië). Een van deze wolven is inmiddels neergestreken in de provincie Brabant.

Samenwerking met België en Duitsland

Het rapport dat op 6 oktober verscheen richt zich primair op informatie die de afgelopen jaren in Nederland is verzameld, waarvan WENR  een goed overzicht heeft. Daarnaast is er nadrukkelijk gekeken naar gegevens en ervaringen in andere landen, vooral Duitsland, België en Frankrijk, aangezien deze buurlanden het meest van belang zijn voor de ontwikkelingen in Nederland.

Hoewel de Nederlandse situatie anders is dan die in de ons omringende landen, met name op het gebied van menselijke aanwezigheid, versnippering van natuur en veedichtheid, is het zeer nuttig om te leren van de ervaringen die daar zijn opgedaan.

In dit project is daarom een partnerschap aangegaan met het Instituut Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in Vlaanderen en het Senckenberg Gesellschaft für Naturforschung (SGN) in Duitsland. Beide onderzoeksinstituten zijn nauw betrokken bij wolvenonderzoek in hun land en beschikken dus over een grote hoeveelheid feitelijke kennis. Tevens zijn beide partner in het Centraal-Europese Wolf-consortium (CEwolf), waarvan ook WENR deel uitmaakt.

De herziening van het Interprovinciaal Wolvenplan staat op de agenda voor het komende jaar. De feiten uit dit rapport kunnen helpen dat beleid opnieuw vorm te geven.